Transitievergoeding bij ontslag op staande voet?
Een magazijnbediende wordt op staande voet ontslagen. Hij was voor de tweede maal onder invloed van alcohol op het werk verschenen. Na de eerste keer had hij al op basis van de geldende afspraken over alcohol een officiële waarschuwing gehad. Volgens de kantonrechter is sprake van een dringende reden voor ontslag en van ernstig verwijtbaar handelen. Hij ziet geen ruimte voor toekenning van een transitievergoeding. De hoogste rechter nuanceert dat echter.
In geval van een rechtsgeldig ontslag op staande voet kan wel degelijk recht bestaan op een transitievergoeding. Als vaststaat dat er een dringende reden voor ontslag is, staat nog niet automatisch vast dat het ontslag te wijten is aan ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Met ander woorden: er kan ook een dringende reden zijn, zonder dat de werknemer van zijn gedragingen een verwijt kan worden gemaakt.
In dit geval heeft de magazijnbediende gemotiveerd bepleit dat hem wegens zijn alcoholverslaving geen of hooguit een gering verwijt kan worden gemaakt. Een lagere rechter gaat zich hier nu over buigen.
Tip: Bij ontslag op staande voet zal de rechter, indien hij van oordeel is dat sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet, de aanspraak van de werknemer op een transitievergoeding afzonderlijk beoordelen.